woensdag 23 november 2011

Bioscopen van Amsterdam

Deze week vindt het International Documentary Film Festival Amsterdam (IDFA) weer plaats. Het IDFA is in 1988 opgericht om de documentaire cultuur nationaal en internationaal te stimuleren.  Amsterdam is natuurlijk dé filmstad van Nederland, waar zo’n beetje iedere dag wel  nationale of internationale filmploegen bezig zijn.
Amsterdam heeft altijd een rijke filmcultuur gehad, met grote en vele kleinere bioscopen. In mijn vorige column heb ik één van die bioscopen – het 90-jarige Tuschinski – besproken.  Maar Amsterdam bezat in de eerste helft van de vorige eeuw nog veel meer bioscopen.
De eerste bioscoop
De voorloper van de bioscoop zoals wij die kennen, was een geïmproviseerde filmzaal in 1896 in een leeg winkelpand in de Kalverstraat 220 met vertoningen van korte films. Voor 50 cent konden nieuwsgierigen kennismaken met de ‘Levende Photographie’ door middel van de cinematograaf van de gebroeders Lumière. Na deze sensatie volgden spoedig eerste filmopnamen in de stad, zoals de inhuldiging van koningin Wilhelmina in 1898 en het bezoek van de Zuid-Afrikaanse boerenleider Paul Kruger in 1900.
Daarop volgde in 1903 met korte films het Flora Theater in de Amstelstraat. In 1980 werd dit voormalige Flora Theater omgebouwd tot een voor die tijd enorme discotheek. Deze discotheek zou later de geschiedenisboeken ingaan als de iT van Manfred Langer.  In 1906 verscheen de Bijou Biograph in de Damstraat 20, met doorlopende voorstellingen van korte filmpjes. De belangstelling was groot: overal in de stad verrezen bioscopen, die een constante toeloop hadden. Nieuwe bezoekers drukten kijkers aan de voorkant via de nooduitgang naar buiten.
Nöggerath
Franz Anton Nöggerath sr. was een van de eerste theaterexploitanten die overging tot het vertonen van films. Zijn Bioscope Nöggerath in de Reguliersbreestraat in 1907. Nöggerath was de eerste permanente bioscoop van ons land. In de volksmond kwam het bekend te staan als "de Neuk". De exploitatie ervan werd in 1925/'26 overgenomen door Van Royen en in 1983 werd het een onderdeel van het naastgelegen Tuschinski.
Pathé
Pathé begon in 1907 korte films te vertonen in het Grand Theatre in de Amstelstraat, in de schouwburgzaal van het Paleis voor Volksvlijt en het Rembrandt Theater. In 1911 had Pathé in de Kalverstraat het Theater Pathé.
Filmpionier Jean Desmet opende in 1910 Cinema Parisien op de Nieuwendijk 69. Vanaf dit adres bestuurde hij een snel groeiend bioscoopimperium. Er bleek in de jaren na 1910 ruimte voor een compleet nieuwe bedrijfstak: de filmdistributie. Zo ontstond het Internationaal Film-verhuur- en Verkoop-kantoor Jean Desmet, dat goede zaken deed en de grootste filmdistributeur van Nederland werd. Daarna gooide de Eerste Wereldoorlog roet in het eten. Aan het eind van het decennium zag hij zijn monopoliepositie aangetast door de opkomst van steeds meer concurrenten.
Film kijken werd bijna ranzig, met ‘sigarettenkauwende volksjongens en giechelende dienstboden’, totdat Abraham Tuschinksi in 1921 de mooiste bioscoop van Nederland  opende en film kijken echt een uitje werd.
In 1916 waren al 24 bioscopen in Amsterdam met voorstellingen begonnen. In januari 2011 zijn er 17 locaties met ca. 55 zalen waar films worden vertoond.

zaterdag 19 november 2011

Jane Jacobs Revisited

Felix Meritis
Op vrijdag 18 november wordt het boek Terug naar de stad gepresenteerd door uitgeverij Sun in samenwerking met het Amsterdam Museum. De presentatie begint om 15.30 uur in de Shaffy zaal van het Felix Meritis. Terug naar de stad verschijnt ter ere van het 50-jarig jubileum van het beroemde boek van Jane Jacobs: Death and Life of Great American Cities. À la Jane Jacobs beschrijft stadsgeograaf Jos Gadet in Terug naar de stad de ontwikkeling van verschillende Amsterdamse buurten. De presentatie is gratis toegankelijk.


Over Terug naar de stad
À la Jane Jacobs beschrijft stadsgeograaf Jos Gadet in Terug naar de stad de ontwikkeling van verschillende Amsterdamse buurten. De Nieuwmarkt, de Arena Boulevard, de Sloterplas en vele andere wijken passeren de revue. Het zijn geen toeristische hotspots, maar plekken waar het alledaagse leven zich afspeelt. Persoonlijke anekdotes en sociologische, economische en stedenbouwkundige analyses wisselen elkaar af. In elk hoofdstuk staat een wijk, buurt of straat centraal: Julianapark, Van Speijkstraat, Kalfjeslaan, Molenpad – 10 in totaal. Ze zijn exemplarisch voor vele plekken in Nederlandse en buitenlandse steden, van Almere tot Berlijn. Wat maakt de ene buurt of straat tot een succes en de andere juist niet? Hoe kan een planologische blunder toch een geliefde plek zijn om te wonen? Een boek voor iedereen die wil begrijpen waarom een stad eruitziet zoals ze eruitziet en wat daarop van invloed is. Voor sociologen, geografen, demografen, planologen, economen, stadsplanners, stedenbouwkundigen, Amsterdammers, en vele anderen.

Over de auteur
Jos Gadet is stadsgeograaf en werkzaam bij de Dienst Ruimtelijke Ordening van de Gemeente Amsterdam. Zijn grote voorbeeld is Jane Jacobs, stadsactivist en auteur van het beroemde boek Death and Life of Great American Cities (1961). Gadet schreef over de opkomst van succesvolle Amsterdamse buurten in de essaybundel De levende stad (2009), die verscheen bij de Nederlandse vertaling van Jacobs’ meesterwerk.



- Posted using BlogPress from my iPad

Location:Amsterdam

donderdag 3 november 2011

Tuschinski

Het is augustus 1904 en het is kermis in de stad. De jongen die op het station van Rotterdam aankomt, is pas 18 jaar oud. Hij is hier om de boot te nemen naar Amerika in de hoop daar een beter leven op te kunnen bouwen. Het lot zorgt ervoor dat hij in Nederland blijft en deze jongeman wordt ook in Nederland een vermaard kleermaker. Zijn toekomst zal nog verschillende wendingen krijgen.
Abraham Icek Tuschinksi – zoals hij zich later zal inschrijven – is de zoon van een vestenmaker. Hij wordt op 14 mei 1886 geboren in Polen. In het bedrijf van zijn vader maakt hij naam als de beste kleermaker van het land.
De eerste bioscoop
De dood van zijn zoontje op 28 maart 1911 heeft geen enkele invloed op Abrahams ondernemersinstinct. Abraham heeft namelijk iets nieuws ontdekt: de film. Film wordt zijn nieuwe passie. Hij vindt film namelijk het perfecte middel om de boel de boel te laten en voor één a twee uur weg te dromen in een andere wereld. De bestaande bioscopen voldoen niet aan deze beleving en dus besluit Tuschinski een bioscoop neer te zetten die recht doet aan deze beleving.
Johan Gildemeijer
In het jaar 1911 opent hij zijn eerste van zijn vier Rotterdamse bioscopen: Thalia. Hij heeft echter nog één vurige wens: een eigen theater in de hoofdstad van ons land. Want ook Abraham zag en erkende de grootsheid van de hoofdstad, van Amsterdam. Zijn onderneming zou niet geslaagd zijn, als hij niet in Amsterdam zou slagen. De bekende filmdistributeur Johan Gildemeijer raadt hem echter ten stelligste af om naar Amsterdam te komen. Volgens hem kan hij zijn Rotterdams succes nooit evenaren in Amsterdam. “Amsterdam is de lastigste stad met het meest verwende publiek”.
Ehrlich & Gerschtanowitz (ja, de opa van)
Samen met zijn zwagers, die hij inmiddels bij zijn onderneming heeft betrokken, gaan ze, in het jaar 1917, op zoek naar een goede plek in de hoofdstad. Na vooral de omgeving Rembrandtplein en Kalverstraat te hebben bezocht komt Abraham Tuschinski in Cafe Schiller tot de conclusie dat er maar één perfect plek is: de Reguliersbreestraat. Hij vindt de lokatie bijzonder geschikt en hij wil niet alleen een huizenblok, maar het gehele gebied tussen Reguliersbree- en de Reguliersdwarsstraat: De Duvelshoek.
Vier jaar later, nu 90 jaar geleden, opent hij op 28 oktober 1921, aan de Reguliersbreestraat in Amsterdam zijn beroemdste bioscoop, het Tuschinski Theater. Het Tuschinski Theater werd gebouwd in verschillende stijlen: Amsterdamse School, Jugendstil en Art Deco.
Auschwitz
Tuschinski heeft echter niet lang mogen genieten van het bioscooppaleis dat hij Amsterdam heeft geschonken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is hij op 1 juli 1942 naar Westerbork gebracht en vervolgens naar het bezette Polen gedeporteerd. Hij werd in Auschwitz vermoord.
Wilt u meer lezen over onze grootste bioscoopondernemer ooit: klik hier of hier.