Vanaf deze week zal ik iedere week een deel van een wandelroute door Amsterdam publiceren en beschrijven. Ik zal de route zowel architectonisch als sociaal-cultureel beschrijven. Ik begin met een wandelroute over de Prinsengracht.
Het hoekpand Brouwersgracht/Prinsengracht 2 heeft een spectaculaire ligging op de hoek van de Prinsengracht en de Brouwersgracht. Het erf kwam in 1615 beschikbaar voor bebouwing. De geschreven geschiedenis van dit pand gaat echter niet verder terug dan 1662, toen de erfgenamen van Egbert Daelder het huis verkochten. In de muur zien we een jaartalsteen met daarop 1642, wat aangeeft dat het huis toen is gebouwd. Het enige wat we weten van de eerste eigenaar is, dat hij kistenmaker was, Gerrit Daelder heette en dat hij waarschijnlijk 2000 gulden heeft betaald voor het pand.
Het hoekhuis op nr. 2 werd als eerste gebouwd. Het geveldak is uitgevoerd in hoogrode Leidse baksteen. Dit in tegenstelling met de bleekrode, van Utrechtse klei gebakken Vechtse steen. De iets vooruitstekende kussens is een specifiek Amsterdams kenmerk. De beide trapgevels, waren hiervoor tuitgevels en zijn in 1957, weer in oude glorie hersteld. de huidige gevels hebben een vorm die behoren tot een stijlgroep, die zich speciaal in Amsterdam, in de periode 1620-1660, heeft kunnen ontwikkelen. De kenmerken zijn de zware anderhalvesteens bogen, die de ramen overspannen, gesteund door zware natuurstenen aanzetstenen en gesloten door kloeke sluitstenen. Vervolgens forse trappen met lisenen en dekkleed , het geheel bekroond met een krachtige toppilaster.
In de 17e eeuw werd het huis aangeduid met de naam "daar de Hollandsche kistenmaker in de gevel staat". Het huis heeft er niet altijd uitgezien, zoals het er nu uitziet. Toen het huis in 1742 weer in andere handen overging, kwam er een pottenwinkel in, de pottenwinkel van mevrouw Paauw.
Het café dat nu in het pand is gevestigd, heet Papeneiland, en die naam is heel bewust gekozen. Die naam heeft het pand namelijk al eeuwen lang. Hoe komt dat zo? De naam Papen is een oude scheldnaam voor katholieken. Na de Alteratie in 1578, toen Amsterdam zich bij de Prins van Oranje aansloot, werd het voor katholieken verboden om hun geloof actief te belijden. Maar iedereen wist dat de katholieken nog steeds hun kerken hadden en dat waren de schuilkerken. Zoals de schuilkerken op Prinsengracht 7, tegenover Prinsengracht 2. Nu gaat het verhaal dat er, onder de Prinsengracht door, een tunnel is gegraven van de schuilkerk naar het hoekhuis op nr. 2. De katholieken zouden op deze manier kunnen vluchten wanneer de protestantse furie zich op hen zou richten. In de kelder van café Papeneiland kun je de resten van de vluchtgang nog zien.
Vanaf 1896 is er een tapperij in dit pand en dat is een goede bestemming.
De geschiedenis van het buurpand op nr. 4 begint op hetzelfde moment als dat van nr. 2. De erven van Egbert Daelder verkochten beide panden in een koop. Het jaartal in de gevel geeft aan dat nr. 4 in 1655 is verrezen. In 1776, toen het huis in andere handen overging, kreeg dit huis in plaats van een trapgevel, haar nieuwe halsgevel met rococo-kuif.
Volgende week meer over Prinsengracht nr. 7.
Interessant de serie over de Prinsengracht. Kan ik die volgen?
BeantwoordenVerwijderen