vrijdag 18 februari 2011

Grand Hotels d’Amsterdam

Mijn vorige bijdrage over hotels in Amsterdam ging over het Amstel Hotel. Vandaag een bijdrage over Hotel The Grand in hartje Amsterdam.
Voordat ik iets over het gebouw en het hotel zelf vertel, gaan we terug naar de veertiende eeuw. In de veertiende eeuw bestond de Oude Zijde, tussen Rokin en Kloveniersburgwal, vooral uit kloosters. In totaal stonden hier wel 14 kloosters. Eén ervan was het Sint-Ceciliaklooster, dat behoorde tot de meest aanzienlijke vrouwenconventen van Amsterdam. Dit klooster had een enorme tuin, als een oase van rust in de overbevolkte stad. Deze rust werd echter gruwelijk verstoord in 1578. Op 26 mei in dat jaar werd de katholieke stadsregering afgezet en deze omwenteling noemen we de Alteratie.
Na de Alteratie in 1578 eiste het nieuwe (protestantse) stadsbestuur de kloosters direct op om er een seculiere bestemming voor te geven. Op de plek waar zich nu Hotel The Grand bevindt, bevond zich het Sint-Ceciliaklooster dat in de 16e eeuw werd omgebouwd tot een ‘logement voor Princen en Groote Heeren’ van het stadsbestuur. Beroemde gasten waren: Prins Maurits, Prins Frederik Hendrik, maar ook de Franse koningin Maria di Medici. De stad Amsterdam ontving hier ook de dood gewaande Jacob van Heemskerk na zijn overwintering op Nova Zembla.
In 1597 werd het Prinsenhof ook de vergaderplaats van de Amsterdamse Admiraliteit. Deze Admiraliteit beheerde samen met vier gelijknamige colleges in andere Hollandse havensteden, de maritieme zaken van ons land. In 1647 verloor het Prinsenhof de functie van logement en in 1656 verviel het gehele gebouw aan de Admiraliteit. In de tussentijd deed het gebouw ook nog dienst als Stadhuis, vanwege de brand in het oude raadhuis in 1652, en het nieuwe stadhuis nog in aanbouw was. Het huidige Paleis op de Dam.
In de tijd dat de Fransen ons land overnamen, werd de Admiraliteit opgeheven en werd het Prinsenhof in 1808 wederom tot stadhuis omgebouwd, omdat Lodewijk Napoleon zijn oog op het Stadhuis op de Dam had laten vallen en het helemaal als paleis liet inrichten. Het bordes aan de voorkant van het Paleis, stamt dan ook uit die tijd.
Het Prinsenhof heeft tot 1988 de functie van stadhuis behouden, toen het gehele stadsbestuur verhuisde naar de Stopera. In het jaar 1992, op 20 mei, opende burgemeester Ed van Thijn officieel het 5-sterren Hotel The Grand. Het Hotel beschikt over 177 kamers en 19 multifunctionele ruimtes, die zijn uitgerust met de meest moderne technische faciliteiten.
Architectonisch

De meester-metselaar van de Admiraliteit Willem van der Gaffel is waarschijnlijk verantwoordelijk voor de huidige hoofdingang van The Grand. De brede gevel van baksteen en natuursteen staat op een hoge sokkel. Over de verdiepingen gaat een indrukwekkende, Ionische pilasterorde op. Een driehoekig fronton bekroont de vooruitspringende middenpartij. Deze streng classicistische opzet is karakteristiek voor het Hollandse classicisme, zie ook het Paleis op de Dam.
Het beeldhouwwerk in het fronton beeld de Hollandse leeuw in een verschansing uit, vergezeld met het wapen van de Admiraliteit en twee gekruiste ankers. Rechts staat de oorlogsgod Mars en de Tritonen, omringd door scheepsgeschut, links Justitia en Neptunus te midden van de attributen van handel en scheepvaart.
Aan de noordkant van de noordelijke binnenplaats stond tot 1758 de kapel van het Sint-Ceciliaklooster. Op het dakvenster prijkt de Hollandse Leeuw. De 17de eeuwse windwijzer op het Middeleeuwse torentje heeft de vorm van een meerman.
De westvleugel van het hotel is ontworpen tussen 1924 en 1926 door gemeentearchitecten Hulshoff en Lansdorp in de expressionistische Amsterdamse School stijl. Het mooie is dat deze wand alleen in z’n volledigheid is te zien, wanneer je aan de andere kant van de gracht gaat staan. Dit komt doordat de muur meebuigt met de gracht. Op straatniveau zien we de rijke detaillering van de natuurstenen onderbouw. De zware steunberen dragen symbolistisch beeldhouwwerk van de beroemde Amsterdamse beeldhouwer Hildo Krop.
Het eveneens indrukwekkende interieur is in het Hotel vrij te bezichtigen. Zo zijn de destijds omstreden muurschildering van Karel Appel “Vragende Kinderen” te bezichtigen in café Roux. Prachtige Jugendstil-beschilderingen in de eerste-klas trouwkamer, gebrandschilderde ramen van Roland-Holst in het trappenhuis, de Amsterdamse Stedenmaagd oprijzend uit Amstel en IJ in de grote receptiezaal van John Rädecker.
Met andere woorden, dit is een Hotel met klasse en een Hotel met kunsthistorische waarde en dus het bezoeken en bezichtigen waard.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten